Wat is MIRT?
De Rijksoverheid werkt samen met andere overheden aan ruimtelijke projecten en programma's voor elke regio in Nederland. MIRT staat voor: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport en richt zich op financiële investeringen in deze programma's en projecten. Het is het lange termijn investeringsprogramma voor het hele ruimtelijk-fysieke domein.
Wat is een MIRT-Verkenning?
Een MIRT-Verkenning is de onderzoeksfase waar vanuit de gesignaleerde knelpunten en de daarbij gevonden oplossingsrichtingen wordt toegewerkt naar één oplossing die de voorkeur heeft. Deze fase eindigt dan ook met een zogenaamde voorkeursbeslissing. In de volgende fase wordt de gekozen oplossing dan verder uitgewerkt.
Wat is het doel van deze MIRT-Verkenning?
In de MIRT-Verkenning Leenderheide-Zaarderheiken zoeken we naar oplossingen voor een prettiger, veiliger en beter doorstromende A67. Dit doen we omdat:
-
De A67 van groot belang is voor de (inter)nationale bereikbaarheid en concurrentiepositie van Zuid-Nederland. Ook vervult de weg een belangrijke regionale functie.
-
De huidige A67 urgente doorstromingsproblemen kent, met name tijdens de spits.
-
Weggebruikers de A67 als een onprettige en onveilige weg ervaren.
Wat is het BO-MIRT?
BO-MIRT staat voor Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Dit is een overleg tussen de provincies Noord-Brabant en Limburg en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Dit overleg vond plaats op woensdag 21 november.
Wat heeft de minister besloten?
De minister heeft een besluit genomen waarin ze haar voorkeur uitspreekt over de aanpak van de A67. Dit is de zogenaamde voorkeursbeslissing. De gekozen aanpak bestaat uit verschillende maatregelen om de doorstroming en de verkeersveiligheid op de A67 te verbeteren. Dit zijn zowel maatregelen om de capaciteit van de weg structureel te vergroten, alsook maatregelen voor de korte termijn.
Welke maatregelen zitten er in het voorkeursbesluit?
Er zitten drie onderdelen in het voorkeurspakket:
-
Capaciteitsvergroting
-
Smart Mobility Maatregelen
- Kleinschalige infrastructurele maatregelen
Deze drie onderdelen worden hierna verder toegelicht.
Ad 1 Capaciteitsvergroting
De A67 wordt verbreed op het gedeelte tussen knooppunt Leenderheide en Geldrop. In de richting van Geldrop vanuit Eindhoven wordt een derde rijstrook toegevoegd. In de richting van Eindhoven wordt de capaciteit uitgebreid door middel van een weefvak. Het weefvak zorgt ervoor dat verkeer vanaf de oprit Geldrop dat bij Leenderheide de A67 weer verlaat, niet hoeft in te voegen tussen het overige verkeer.
Na de realisatie van de capaciteitsvergroting zal monitoring en evaluatie van de verkeerskundige situatie op het netwerk in Zuid-Nederland plaatsvinden. Op basis van deze monitoring en de resultaten kunnen de betrokken partijen binnen het programma SmartwayZ.NL op termijn afwegen of en wanneer aanvullende maatregelen nodig zijn op de A67.
Ad 2 Smart Mobility maatregelen
Op korte termijn wordt er geïnvesteerd in een pakket aan Smart Mobility-maatregelen. Smart Mobility-maatregelen zijn slimme maatregelen die erop gericht zijn om de hoeveelheid verkeer te verminderen, de doorstroming te verbeteren en het aantal incidenten te verminderen. Besloten is dat er wordt ingezet op het verminderen van de hoeveelheid personenverkeer tussen Geldrop en Leenderheide in de spits, bijvoorbeeld door het fietsgebruik te stimuleren en door met werkgevers afspraken te maken. Verder zal het meten van de bandenspanning van vrachtwagens worden gerealiseerd, om het aantal pechgevallen door lekke banden te verminderen. Ook is gekozen voor een slim systeem om het verkeer makkelijker en veiliger in te laten voegen.
Ad 3 Kleinschalige infrastructurele aanpassingen
De minister heeft ook besloten om kleine infrastructurele maatregelen te nemen, hierbij gaat het bijvoorbeeld om de aanleg van pechhavens op het Brabantse deel waar de weg niet wordt verbreed. En om het aanpassen van de bebording zodat deze beter zichtbaar is nabij afritten. Verschillende aansluitingen moeten daarnaast ook nog aangepast ten oosten van Geldrop.
Waarom is er niet gekozen voor een verbreding tot en met Asten?
De effecten voor dit alternatief (Verbreding tot en met Asten) zijn in de Verkenning in beeld gebracht. Eén belangrijk effect van verbreden tot Asten is dat door de verkeer aantrekkende werking er extra druk op de Randweg A2 ontstaat. Dit is niet wenselijk. Het doel is juist om de regio beter bereikbaar te maken. De Randweg is de spil in de regio en die moet blijven doorstromen.
Een ander nadeel van verbreding tot Asten is dat het grootste doorstromingsknelpunt op de A67 bij Geldrop niet goed wordt opgelost Een verbreding tussen Leenderheide en Geldrop lost de problemen op deze weg wel op en geeft minder verkeersdruk op het totale netwerk.
Tenslotte is het gereserveerde budget voor de A67 niet toereikend om een verbreding naar 2x3 tussen Leenderheide en Asten nu al te kunnen bekostigen. Het tekort is circa € 90 mln. Overigens zitten in het voorkeurspakket ook kleinere infrastructurele maatregelen op het traject ten oosten van Geldrop, zoals de aanleg van extra pechhavens, om de doorstroming en verkeersveiligheid op de gehele A67 te verbeteren.
De huidige verbreding tot Geldrop wordt daarbij toekomstvast aangelegd. Indien uit de monitoring en evaluatie blijkt dat aanvullende maatregelen wenselijk zijn, kan een verbreding tot Someren en Asten relatief eenvoudig aangelegd worden.
Wat zijn de totale kosten voor het pakket aan maatregelen waarvoor de minister heeft gekozen?
Het pakket aan maatregelen waartoe is besloten past ruim binnen het beschikbare budget van € 208 miljoen. Afhankelijk van de uitkomst van de gedetailleerde ramingen van RWS kunnen de totale kosten van het gekozen pakket aan maatregelen nog wijzigen.
Wat gebeurt er met het resterende budget dat beschikbaar was gesteld voor de A67?
Het resterende budget blijft beschikbaar binnen het programma SmartwayZ.NL. Na de realisatie van de capaciteitsvergroting zal monitoring en evaluatie van de verkeerskundige situatie op het netwerk in Zuid-Nederland plaatsvinden. Op basis van deze monitoring en de resultaten kunnen de betrokken partijen binnen het programma SmartwayZ.NL op termijn afwegen of en wanneer aanvullende maatregelen nodig zijn op de A67.
Bestaat er nog een mogelijkheid om inspraak te doen op het voorkeursbesluit van de minister?
In het vierde kwartaal van 2018 wordt volgens planning de Structuurvisie samen met de planMER gepubliceerd en ter inzage gelegd voor inspraak. Het voorkeursalternatief maakt hier onderdeel van uit. Tijdens de periode van terinzagelegging worden twee inspraakavonden georganiseerd waarop eenieder zijn of haar zienswijze kan indienen op de Structuurvisie en de planMER. Tevens is er de mogelijkheid om schriftelijk een zienswijze in te dienen, alsook online via de website van de Directie Participatie.
Wat is een Structuurvisie?
In dit document wordt het voorkeursalternatief vastgelegd en wordt beschreven wat de argumenten zijn om te kiezen voor dit specifieke pakket aan maatregelen. De Structuurvisie vormt het kader voor de verdere uitwerking van het voorkeursalternatief. In de planuitwerkingsfase, die volgt op de Verkenning, wordt het voorkeursalternatief in detail uitgewerkt en geoptimaliseerd. Uiteindelijk wordt dit opgenomen in een Tracébesluit.
Wat is een planMER?
Een planMER is een milieueffectrapportage. In een milieueffectrapport worden de milieugevolgen van een activiteit en reële alternatieven voor de activiteit in beeld gebracht. Ook worden maatregelen beschreven om negatieve gevolgen op het milieu te voorkomen of te beperken. De milieueffectrapportage (m.e.r.) is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. De plan-m.e.r. is nodig voordat belangrijke besluiten kunnen worden genomen, zoals in dit geval de vaststelling van de Structuurvisie.
Kan er al iets gezegd worden over de geluidsmaatregelen die getroffen gaan worden?
Nee, het is niet mogelijk om hier al iets over te zeggen. Bij de planuitwerking zal onderzocht worden welke eventuele geluidswerende maatregelen getroffen moeten worden.
Wat wordt er gedaan om de verkeersveiligheid te verbeteren?
Het grootste knelpunt ten aanzien van verkeersveiligheid ligt bij de aansluiting Geldrop. Daar gebeuren de meeste ongevallen. In het voorkeursalternatief zijn maatregelen opgenomen om de verkeersveiligheid te verbeteren.
Wat gebeurt er na de voorkeursbeslissing?
De voorkeursbeslissing markeert het einde van de Verkenning. Vervolgens gaat het project de planuitwerkingsfase in. Tijdens deze fase wordt het voorkeursalternatief verder uitgewerkt.
Wat is een Startbeslissing?
De Startbeslissing is het besluit van de minister om te starten met de Verkenning. Hierin is onder andere vastgelegd wat het doel van de Verkenning is, over welke gebied de Verkenning gaat en waar de focus van het onderzoek op ligt.
Op welk deel van de A67 heeft de Verkenning betrekking? Wat is het onderzoeksgebied?
De MIRT-verkenning A67 gaat over het traject tussen de knooppunten Leenderheide en Zaarderheiken. Dit is het deel van de snelweg tussen Eindhoven en Venlo. De totale lengte van het traject bedraagt circa 45 kilometer.
Wat gebeurt er precies in de MIRT-Verkenning?
In de MIRT-Verkenning A67 zoeken we naar een voorkeursoplossing voor de knelpunten op de A67. Dit doen we samen alle betrokken partijen uit de omgeving. Eerst zijn gezamenlijk de knelpunten in beeld gebracht. Vervolgens is er gezocht naar oplossingsrichtingen die passen bij deze knelpunten. Bij het formuleren van oplossingen ligt de nadruk op Smart Mobility oplossingen. Nadat mogelijke oplossingsrichtingen zijn verzameld is er toegewerkt naar een voorkeursoplossing.
Wat is Smart Mobility?
Smart Mobility is een verzamelnaam voor alle toepassingen waarbij met inzet van digitale systemen voertuigen met elkaar en/of met de weg communiceren met als doel betere doorstroming en meer veiligheid. Meer informatie vindt u op: https://www.rijkswaterstaat.nl/zakelijk/innovatie-en-duurzame-leefomgeving/innovatie/smart-mobility.aspx
Hoe kan Smart Mobility bijdragen aan een betere doorstroming?
Er zijn vele toepassingsmogelijkheden denkbaar die kunnen helpen bij een betere doorstroming van verkeer, maar deze toepassingen zijn soms ook afhankelijk van techniek in voertuigen. Een principe om een betere doorstroming te bereiken is het verkleinen van de volgafstand tussen auto’s, waardoor er meer over de weg passen. Dat moet dan wel veilig kunnen en daar kan communicatie tussen voertuigen of voertuigen en de weg aan bijdragen. In het kader van de verbetering van de A67 onderzoeken we of dergelijke systemen kunnen bijdragen aan het verminderen van de knelpunten. Als dat lukt kunnen we kostbare investeringen in bijvoorbeeld verbreding achterwege laten en dat heeft minder negatieve gevolgen voor de omgeving.
Hoe lang duurt de Verkenning?
De MIRT-Verkenning duurt in totaal twee jaar. Op 21 november 2018 is een voorkeursbeslissing genomen door de Minister.
Als deze verkenning is afgerond, wat gebeurt er dan?
De MIRT-Verkenning vormt een onderdeel van het proces om te komen tot de uitvoering van concrete maatregelen. Deze stap eindigt met de voorkeursbeslissing. Na de voorkeursbeslissing dienen de maatregelen nog verder uitgewerkt te worden, voordat tot uitvoering kan worden overgegaan. De fase die volgt op de Verkenning is de Planuitwerkingsfase.
Wanneer zijn er concrete maatregelen op het gebied van infrastructuur te verwachten?
Het Ministerie en beide provincies hebben gelden beschikbaar gesteld voor de verbetering van de A67. Deze zijn gereserveerd vanaf 2024. Het gaat hierbij om gelden ten behoeve van de realisatie. Eerst moet echter bedacht worden wat er gerealiseerd moet worden en daarom heeft de Verkenning plaatsgevonden.
Waarom duurt het onderzoeksproces zo lang?
Er zijn landelijk spelregels opgesteld in het kader van het MIRT, die bepalen welke stappen overheden moeten nemen voor een zorgvuldig en navolgbaar besluitvormingsproces. Voorafgaand aan ieder beslismoment moet afstemming plaatsvinden tussen alle betrokken partijen. Het eindproduct van het MIRT-Verkenning A67 moet een product zijn waar vele partijen zich in kunnen vinden en herkennen. Doordat ook bereikbaarheid breed wordt bekeken, is het nodig dat met veel relevante omgevingspartijen wordt gecommuniceerd. Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. In een proces van ontwerpend onderzoek wordt breed gekeken en worden zoveel mogelijk partijen gevraagd om input te leveren. Het is bovendien van belang dat alle betrokken partijen dezelfde referentiesituatie, dezelfde modellen en hetzelfde afweegkader als uitgangspunt nemen. Hiervoor is afstemming en dus tijd nodig.
Wordt er ook naar de korte termijn gekeken?
De verwachting is dat eventuele grote aanpassingen aan de weg pas vanaf 2024 plaats kunnen vinden. Smart Mobility maatregelen, of minder grote aanpassingen aan de weg zoals pechhavens of beter zichtbare bebording, kunnen wel al eerder worden gerealiseerd. Urgente knelpunten zullen altijd zo snel mogelijk worden aangepakt.
Waar en wanneer vinden informatiebijeenkomsten voor iedereen in de omgeving plaats?
Begin 2019 vinden de laatste twee inspraakavonden plaats in het kader van de MIRT-Verkenning. Raadpleeg voor de details (locatie, tijdstip) de website van de MIRT-Verkenning (www.mirtA67.nl).
Hoe kan ik contact opnemen met het projectteam?
Via de knop ‘contact’ onderaan deze website www.mirtA67.nl kunt u contact opnemen met het projectteam van de MIRT-Verkenning.
Is de omgeving ook betrokken bij de MIRT-Verkenning?
Gedurende de afgelopen 1,5 jaar zijn er verschillende informatiebijeenkomsten, inspraakavonden en werksessies geweest met omgevingspartijen. Een ieder die hierbij aanwezig wilde zijn, kon zich aanmelden via de website www.mirtA67.nl. Een verslag van de participatie wordt aan het einde van iedere fase gepubliceerd op de website.
Waarom wordt de omgeving ook bij het proces betrokken?
We vinden het van belang om de gebruikers van de weg actief te betrekken van de Verkenning. Zij kennen de weg het beste en weten welke knelpunten er spelen. Door hen een centrale rol te geven in het onderzoek zijn er gedragen oplossingsrichtingen bedacht, die aansluiten bij de knelpunten die de weggebruikers ervaren.
Wie is de omgeving?
De omgeving zijn o.a. bewoners die in de buurt van de A67 wonen, weggebruikers, bedrijven in het gebied, belangenorganisaties en natuurorganisaties. Onder de omgeving verstaan we daarnaast ook de overheden in het gebied, zoals gemeenten, waterschappen en provincies.
‘Doen jullie zelf ook nog een (verkeerskundig) analyse naar de knelpunten?’
Naast de opgehaalde input vanuit de omgeving hebben we in de Verkenning zelf ook verkeerskundige analyses uitgevoerd van de huidige en toekomstige situatie op de A67. De uitkomsten van deze analyses zijn samengevoegd met de reacties die we uit de omgeving hebben opgehaald tijdens de verschillende bijeenkomsten en werksessies. Zo is een volledig beeld van de knelpunten en mogelijke oplossingen ontstaan.’
'Wat zijn de meest opvallende knelpunten die binnen zijn gekomen? Concentreert ’t zich ergens of op een bepaalde thema?’
De reacties die zijn binnengekomen concentreren zich rond een aantal thema’s. Veel reacties hebben bijvoorbeeld betrekking op de problematiek rondom het vele vrachtverkeer op de A67. Maar ook korte op- en afritten en een onrustig wegbeeld komen vaak aan de orde. Daarnaast worden er ook hele specifieke knelpunten aangedragen met betrekking op een specifiek punt op de A67.
‘Kwamen er verrassende zaken in de knelpunten naar boven, of verwachtten jullie de meeste knelpunten wel al?’
De knelpunten die zijn aangedragen komen in grote lijnen overeen met het bestaande beeld van de A67. De reacties leveren daarbij wel veel inzicht op in de manier waarop weggebruikers de weg en de betreffende knelpunten beleven. Daarnaast ontstaat ook een beeld van de door de omgeving gewenste oplossingen voor de knelpunten.
‘Hoe bereiken jullie de chauffeurs die geen Nederlands spreken?’
Buitenlandse chauffeurs vormen een groep weggebruikers die moeilijk te bereiken is. Zij maken weinig tot geen gebruik van de regionale media en social media, het heeft dan ook weinig zin hen via die weg te benaderen. We hebben geprobeerd hen te betrekken door ze actief op te zoeken bij rustplaatsen langs de A67 en hen om hun ervaringen te vragen.
‘Bestaat de oplossingsmogelijkheid een inhaalverbod in te voeren voor vrachtwagens?’
De A67 is met name in de spits een drukke weg met veel vrachtverkeer. Rijkswaterstaat werkt dagelijks aan vlot en veilig verkeer. Met het oog daarop geldt voor vrachtwagens op bepaalde trajecten in Nederland wel en op andere juist geen inhaalverbod. Door toenemend vrachtverkeer en uitbreiding van het wegennet heeft Rijkswaterstaat het inhaalverbod voor vrachtwagens (IVV) op verschillende trajecten aangepast. Op de A67 tussen Leenderheide en Someren is het IVV in het kader van de actualisering IVV in het najaar 2014 opgeheven (was IVV gehele dag) vanwege colonnevorming van het vrachtverkeer. Er rijden hier meer dan 750 vrachtwagens per uur.
Colonnevorming kan leiden tot een verlaagd attentieniveau van de vrachtwagenchauffeur, juist op een rechte weg als de A67 en tot onveilige situaties leiden bij onder andere op- en afritten. Er kan onvoldoende ruimte zijn voor invoegend of uitvoegend verkeer. Tussen Venlo en Eindhoven zal om deze redenen dan voorlopig ook geen inhaalverbod voor vrachtwagens worden ingesteld.
Wat heeft de Programmaraad besloten op 26 september?
De programmaraad SmartwayZ.NL heeft in haar overleg van woensdag 26 september 2018 gesproken over het voorkeursalternatief over de A67. De minister, Cora van Nieuwenhuizen, heeft vervolgens op 21 november tijdens het jaarlijkse BO-MIRT een besluit genomen over het voorkeursalternatief voor de A67 tussen Leenderheide en Zaarderheiken. De minister neemt daarmee het uiteindelijke besluit en heft de uitkomsten van de bespreking in de programmaraad daarin meegenomen.
Zijn de wethouders van de verschillende gemeenten hierbij betrokken?
Voorafgaande aan de Programmaraad SmartwayZ.NL is de Bestuurlijke Adviesgroep (BAG) bijeengekomen op 19 september 2018. In de BAG zijn alle betrokken regionale overheden vertegenwoordigd: de gemeenten, beide provincies en drie waterschappen. De Bestuurlijke Adviesgroep A67 heeft haar advies over het voorkeursalternatief meegegeven aan de Programmaraad.